Het in 2020 te vroeg maaien van de berm waar de vlinders leefden, was de nekslag.

Ooit was het donker pimpernelblauwtje geen zeldzame soort in Nederland. De vlinder kwam tot in de jaren zestig en zeventig vooral in Noord-Brabant en Limburg voor op hooilanden vol bloemen.

Maar met de intensivering van de landbouw verdween de vlinder op steeds meer plekken, zegt Irma Wynhoff van de Vlinderstichting tegen NU.nl. Uiteindelijk verdween het donker pimpernelblauwtje al eerder helemaal uit Nederland. Maar in 2001 keerde de kleine vlinder – nog geen 2 centimeter groot – terug door vanuit Duitsland de oversteek te maken naar het Limburgse Posterholt.

Daar verkoos het de berm van de N274 als leefgebied. Dat leefgebied moet aan zeer specifieke eisen voldoen. Er moet grote pimpernel staan, want op de bloemknop van die plant leggen de vrouwtjes hun eitjes. En op de grond moet de gewone steekmier leven.

Als de rups eenmaal op de grond zit, nemen de mieren hem mee naar hun nest. Daar komt de rups de winter door en leeft van mierenlarven. Na het verpoppen komt de vlinder in de zomer weer uit het mierennest.

Hoop op opnieuw uitzetten in Nederland

Officieel moet een soort vijf jaar niet meer gezien zijn in Nederland om te kunnen vaststellen dat die niet meer in ons land voorkomt. Maar het donker pimpernelblauwtje is zo intensief gemonitord dat Wynhoff het nu al zeker weet.

Ze richt zich nu op een eventuele herintroductie van de zeldzame vlindersoort. “We zetten in op herstel van de hooilanden en daarmee verbetering van het leefgebied van het donker pimpernelblauwtje. Daarnaast zoeken we naar een goede bronpopulatie.”

Uit die bronpopulatie hoopt ze vlinders te kunnen halen om in Nederland uit te zetten. “Maar alleen als de bronpopulatie sterk genoeg is. De soort moet niet daar ook verdwijnen omdat wij vlinders vangen en die uitzetten in Nederland.”

Bron: NU.nl , Job van der Plicht